BOEKWIJZER INTERVIEWT BENJI DAVIES

Benji Davies | boekwijzer

Jóúw boek, dat aan veel kinderen wordt voorgelezen tijdens de Nationale Voorleesdagen, waar een speciale mini-editie van gemaakt wordt, dat zou ik ook wel willen, dacht de Britse Benji Davies toen zijn goede vriend Chris Haughton hem in 2012 vertelde dat zijn Mama kwijt was verkozen tot Prentenboek van het Jaar. Dus toen CPNB hem vertelde dat De kleine walvis Prentenboek van het Jaar 2017 was geworden had hij daar maar een woord voor: ‘Fantastisch!’

Benji Tekenen | boekwijzerTer ere van de Nationale Voorleesdagen verblijft Benji Davies een paar dagen in Nederland. Ik ontmoet hem in de mooie Haarlemse boekhandel H. De Vries, waar hij net live een illustratie heeft gemaakt voor een bups kinderen die tegelijkertijd uit De kleine walvis werd voorgelezen. We nestelen ons op een bankje en omringt door kinderboeken deelt Benji zijn enthousiasme over de Nationale Voorleesdagen met me: ‘Ik vind het een briljant concept. Het idee dat iedereen zich rondom één boek verzamelt, dat je samen dat verhaal leest… In Engeland zouden ze ook zoiets moeten starten. Ik ga het gewoon voorstellen.’ Terwijl ik De kleine walvis opensla, grinnikt Benji dat hij dan maar beter meteen een voorzetje kan doen voor het boek van het jaar daar.

Kleine Boy | boekwijzerOp een van de laatste pagina’s zit Boy aan de keukentafel te tekenen, iets wat Benji ook deed als klein mannetje. Lijken ze op elkaar? Benji twijfelt even, maar dan knikt hij: ‘Ik denk het wel. Al was ik me daar toen ik het boek maakte veel minder van bewust dan nu. In het begin was er niet meer dan het idee voor het boek, maar dat idee, dat komt natuurlijk uit mij. Daar zitten mijn gedachten en herinneringen in verweven. Om authentiek te kunnen schrijven, moest ik kennelijk mijn eigen ervaringen gebruiken. Al kwam dat besef dus pas later, toen mensen me vragen gingen stellen over het boek, zoals jij nu. Dat ik dingen doe zoals ik ze doe, valt me op nu mensen me erop wijzen.’

Op een dag vindt Boy een kleine walvis op het strand en besluit hem mee naar huis te nemen. Hij stopt hem in bad, want het is voor walvissen niet goed om op het droge te zijn. En daarna vlijt hij zich tegen de badrand aan en vertelt de walvis verhalen over het leven op het eiland. Benji vraagt me lachend of ik zie dat het lijkt alsof Boy bij de psychiater op de bank ligt om eindelijk zijn hart eens te luchten. Dat was me nog niet opgevallen, wel dat het de enige keer is dat hij Boy een mond heeft gegeven: ‘Daar heb ik toen ik hem tekende niet eens echt over nagedacht. Ik hou ervan om de gezichten zo minimalistisch mogelijk te tekenen. Ik geloof dat kinderen zich makkelijker in het personage verplaatsen als ik de karakters simplificeer. Zonder de mond moet ik ook harder werken om de dingen om Boy heen te laten verhalen. Én Boy is een stil jongetje. Het was voor mij makkelijker om dat te laten zien, als hij geen mond had.’ Als de vader van Boy thuiskomt is hij niet boos. Hij realiseert zich dat zijn zoontje zich eenzaam voelt zonder hem. Samen brengen ze de kleine walvis terug naar de zee waar hij thuishoort. Hoewel Benji zijn ouders altijd om zich heen had, herkent hij zichzelf ook hierin in Boy. ‘Ik was niet zo eenzaam, maar wel erg onafhankelijk. Ik tekende, ik maakte dingen, ik schiep een wereld om me heen. Daarin zijn we hetzelfde, we leven allebei in onze eigen wereld. Ik realiseer me steeds vaker dat ik door sommige details meer heb geschreven dan alleen het verhaal. Alsof ik de lezers ook een inkijkje in mezelf heb gegeven.’

Het is de kracht van een goed verhaal; dat je mensen kunt laten zien hoe een ander dingen beleeft of ervaart. Benji noemt het zelfs noodzakelijk: ‘Laatst kreeg ik een tweet van iemand die vertelde dat hij in een boekwinkel stond te huilen om Het eiland van opa. Het klinkt wreed, maar dát is wat ik wil dat gebeurt. Ook als het verdrietig is. Uiteindelijk wil iedereen ontroerd worden, toch? Als dat lukt, betekent het dat ik door het boek heen contact maak met mijn lezers, dat ze voelen wat ik ze wilde laten voelen.’

In Het eiland van opa vertrekt Sem met zijn opa naar een avontuurlijk eiland. De kleuren spatten van de pagina’s. ‘De illustraties zijn misschien dominant, maar de woorden vergezellen ze. Daarom is het ook zo belangrijk dat die twee elkaar versterken en aanvullen; het moet een ritmisch geheel zijn. Dat is echt hard werken: zoeken, schrappen, proberen, opnieuw beginnen en ga zo maar door. Tot het magische moment aanbreekt dat het verhaal zichzelf opeens gaat vertellen. Op dat punt heb ik er alles ingestopt en kan ik niet meer terug. Je zou zeggen dat dat een opluchting is, maar gek genoeg word ik dan juist heel onzeker. Ga ik opeens dingen roepen als: dit boek mag NOOIT uitgegeven worden!’

Opa en Sem verkennen het eiland van onder tot boven. Het is volmaakt; steeds ontdekken ze een andere geweldige plek. Maar dan vertelt opa dat hij niet mee naar huis kan. ‘Sommige mensen vinden dat zoiets als de dood niet in een kinderboek thuishoort. Daar ben ik het niet mee eens. Ik geloof dat er een ‘bite’ in verhalen mag zitten, zolang het maar subtiel gebeurt. Het woord ‘dood’ wordt in Het eiland van opa niet eens genoemd. Het is een fantasieverhaal met veel metaforen. Het vertrek van Sem en opa naar het eiland, het moment dat Sem de brief krijgt aan het einde van het verhaal. Fantasie en realisme lopen steeds in elkaar over.’

Benji en opa | boekwijzerAls jongetje van een jaar of tien schreef Benji brieven aan zijn opa en zijn opa schreef brieven terug. ‘Daarom is de brief die Sem krijgt het happy end dat het verhaal voor mij nodig had. Het moest wel hoopvol blijven. Mijn eigen opa overleed toen ik vijftien jaar oud was, als volwassen man heb ik hem dus nooit kunnen spreken. En hoewel ik niet zozeer geloof in een leven na de dood, is hij door dit verhaal nog bij me. Ik heb mijn herinneringen aan hem en de rijkdom die hij mij heeft meegegeven – zijn liefde voor schilderen, natuur en boeken – in dit boek kunnen stoppen. De brief van opa aan Sem verbeeldt die gelukkige gedachte.’

udtante. Zij dementeerde. Op een nacht is ze opgestaan, heeft ze haar jas aangetrokken, over haar pyjama heen, en is ze naar buiten gegaan. Ze vonden haar zittend op een muurtje, met haar handtas naast zich, wachtend op een bus die nooit zou komen. Daarom heeft opa een pyjamabroek aan.’

De kleine walvis in de winter | boekwijzerOver Sem en zijn opa zal Benji niet nog een verhaal schrijven. Ook ten aanzien van Boy en de kleine walvis had hij niet de intentie om er een serie van te maken, maar toen zat hij op een dag in een filmstudio om het over een animatie van het boek te hebben: ‘Zij hadden het over een winterse sfeer, over een echte kerstfilm. Toen ik wegging dacht ik: ik wil niet dat ze zomaar een berg sneeuw over de tekeningen heen animeren, ik ga gewoon zelf een verhaal tekenen dat zich in de winter afspeelt. Het was heerlijk om terug te gaan naar Boys wereld. Als je karakters vindt waar je van bent gaan houden, dan is het fijn om ze weer te kunnen bezoeken. In De kleine walvis in de winter kon ik Boy laten groeien, werd hij een beetje stoerder dan in het eerste boek. Nu heb ik het gevoel dat hij nog veel meer mee kan maken, ik weet zoveel over hem. Dus wie weet…’

Een reactie op “Boekwijzer interviewt Benji Davies

  1. Pingback: Kinderboekentip van de week: Het kartonnenkasteel (3+) (met filmpje en winactie) – Boekwijzer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *