Faas tekent een ridder die vier draken verslaat. Ze hebben vlijmscherpe tanden en er stroomt knalrode derrie uit hun neusgaten. De ridder hakt ze allemaal finaal de pan in. Deze paar zinnen laten mooi zien hoe het eraan toe gaat in dit knetterfijne, knalgoed geschreven boek van Anke Kranendonk. Als de vader van tweeling Beer en Faas naar het buitenland moet om piano te spelen en hun moeder moet werken, komt er een oppas. De eerste heeft al na een dag tóch geen tijd, maar de tweede – de stralende Stella – weet de jongens precies op de juiste toonhoogte te ontmoeten. Niet zo gek, denken Beer en Faas, als ze hen heeft verteld dat ze op de tweelingenacademie heeft gezeten. Ze vlindert mee met hun fantasiespellen, maakt astronauten van hen en zij Staal van haar. En dat is nog maar het begin van al het moois dat ze samen (mee gaan) maken.
De kleurige tekeningen van Esther Leeuwrik dansen over de pagina’s en wekken het verhaal nóg meer tot leven. Wat een genot, dit leuke boek. Om voor te lezen én om zelf te lezen.