Er is een nieuw liedjesboek van Mies van Hout verschenen: Poesje Mauw. Het is het vijfde liedjesboek van Mies van Hout dat door Lemniscaat wordt uitgegeven. Al eeuwen worden verhalen overgedragen in de vorm van liederen, vaak op rijm geschreven. Dat is niet zonder reden. Melodie en rijm ondersteunen het geheugen bij het onthouden van woorden. Bij kinderen wordt taalontwikkeling, taalvaardigheid en zelfs fantasie bevorderd door rijm. De melodie van liedjes zorgt ervoor dat woorden nog beter onthouden worden en de illustraties van prentenboeken verbeelden de woorden, maken ze inzichtelijk. Liedjesprentenboeken vormen daarom de ideale en vooral ook heel leuke start om kinderen kennis te laten maken met de Nederlandse taal en boeken. Het verschijnen van Poesje Mauw is een mooie aanleiding om wat meer te vertellen over de liedjesboeken van Mies van Hout. Al haar boeken bevatten een cd ingezongen door Jesse Goossens (de liedjes zijn hier al eens te beluisteren).
Allereerst haar nieuwste boek Poesje Mauw (0+). Dat is vertrouwd én vernieuwend. Vertrouwd omdat de tekeningen herinneren aan haar prentenboeken Vrolijk, Vriendjes en Verrassing. Vernieuwend omdat er niet eerder een liedjesboek in deze stijl verscheen. In het boek verbeeldt Mies van Hout twaalf bekende kinderliedjes met oliepastelkrijt en inkt op een witte achtergrond. Een paar liedjes illustreerde al eerder, maar deze stijl is zo nieuw dat de liedjes een heel andere dimensie krijgen. Waar de liedjes In de maneschijn en Olifantje in het bos in Op een grote paddenstoel nog als toneelstukjes voor je verschijnen, zie je in Poesje Mauw alleen een duizendpoot met veel verschillende schoentjes aan en een heel ondeugend olifantje. De vrolijkheid en nieuwsgierigheid spatten van het papier. Dat olifantje zou het staartje van zijn moeder het liefst loslaten en op onderzoek uitgaan. Net zo pakkend stuitert het konijntje uit Damespaardje bijna van de rug van het paard je kamer in, hoor je de papegaaitjes vrolijk met je mee ‘ieja deja’en’ en krijg je spontaan medelijden met die arme kikkertjes in de boerensloot. In een interview met RTV Drenthe eind 2011 vertelde Mies van Hout al dat ze verder wilde met de techniek en de directe manier van vertellen die ze in Vrolijk – haar succesvolle prentenboek over emoties – gebruikte. Poesje Mauw is het wondermooie resultaat van deze wens.
In 2011 verschenen Op een grote paddenstoel (2+) en Daar buiten loopt een schaap (0+), de eerste twee liedjesboeken van Mies van Hout. Per boek worden twaalf vertrouwde kinderliedjes op dubbele pagina’s verbeeld. Kleine toneelstukjes waarbij je kunt fantaseren en wegdromen. Plaatjes waarop veel te ontdekken valt. Mies van Hout geeft zelf tips die je bij de tekeningen kunt gebruiken. Wie zitten er bij Clowntje Piet in het publiek? Welke instrumenten zie je allemaal? Of: hoeveel eendjes zwemmen in het water? En zit er misschien ook een gek eendje tussen? Over elke tekening is goed nagedacht. Mies van Hout (1962) werkt in haar houten atelier dat in de tuin van haar huis in Tynaarlo, een dorpje in Drenthe, staat. Om haar tekeningen tot leven te brengen zoekt ze naar de juiste compositie, passende kleuren en probeert ze zich in te leven in de personages. Een soort toneelspelen noemt ze dat. Soms gaat dat makkelijk, soms heel moeilijk. Ze vraagt zich altijd af hoe het liedje het best overkomt. Hier zie je bijvoorbeeld hoe de tekening van Hoofd, schouders, knie en teen tot stand kwam. Deze boekjes pakken kinderen keer op keer uit de kast. Al snel zijn ze in staat om het juiste plaatje bij het liedje te vinden en kunnen ze zelf de verstopte grapjes, extra coupletten, of verhaaltjes ontdekken.
Mies van Hout vond het lang erg spannend om te tekenen. Als ze een mooie achtergrond had geschilderd en op het punt stond daar een personage in te tekenen, bekroop haar vaak een o-jee-als-ie-maar-lukt-gevoel. In een ander interview met RTV Drenthe vertelt ze dat het fijne van Vrolijk was, dat ze door het maken van dat boek veel tekenangst kwijtraakte. Daar moest ze wat mee vond ze. In 2013 verscheen toen het sinterklaasliedjesboek Zie de maan schijnt door de bomen (3+). Het is nog niet zo direct als Poesje Mauw, maar zeker losser, fijner en directer getekend dan haar eerdere boeken.
Aan de hand van twaalf bekende sinterklaasliedjes bedacht ze een beeldverhaal over een klein vosje. Op de eerste pagina ziet hij in de verte de stoomboot aankomen, hij wordt nieuwsgierig en ontdekt van alles: Sinterklaas, Pieten die in het midden van de nacht cadeautjes rondbrengen. Terwijl de maan door de bomen schijnt en de wind door de bomen waait, loopt het vosje peinzend terug naar het bos, naar zijn huisje. Hij bakt pepernoten, zingt een liedje, zet zijn schoen… Zou de goede Sint wel komen?
Het liedjesboek dat vóór Poesje Mauw verscheen, was Alles in de wind (2+), met twaalf traditionele liedjes over de zee en varen. Dit boekje rakelt bekende liedjes als Daar was laatst een meisje loos, Schipper mag ik overvaren, of Zeg, ken jij de mosselman op. Maar het is ook een uitgelezen kans om ‘s Neerlandsch minder bekende waterliedjes te leren kennen. Zoals Alles in de wind, Schip moet zeilen en In een blauwgeruite kiel. De illustraties zijn met dezelfde levendigheid geschilderd als in de eerdere boekjes. De golven spatten je nat, de zilte lucht nestelt zich in je neus, de meeuwen krijsen in je oren en de zeilen wapperen in de wind. En er is weer genoeg te ontdekken. Waar in Op een grote paddenstoel het spinnetje, in Daar buiten loopt een schaap het muisje en in Zie de maan schijnt door de bomen het vosje op elke pagina terugkeert, is in Alles is de wind het wit-bruin-zwarte poesje degene die in alle liedjes een aandeel heeft. Ons land is onlosmakelijk verbonden met het water. Alleen al ter ere daarvan zou dit liedjesboek op elke boekenplank mogen staan.
Deze tekst verscheen licht aangepast in het mooie Magazine dat Lemniscaat over Mies van Hout maakte. Hier kun je dat lezen.