We hebben een hoed van Jon Klassen
vertaling: J.H. Gever
Uitgeverij: Gottmer Kinderboeken
Save the best for last moet Jon Klassen gedacht hebben, en dat zegt niks over de kwaliteit van de andere twee boeken uit zijn hoeden-trilogie, maar alles over de klasse van dit poëtische, oergeestige prentenboek. We hebben een hoed is opgebouwd uit drie delen en leest als een perfecte korte film.
In Deel 1 vinden twee schildpadden samen één hoed. Hij staat hen allebei goed. Het zou dus niet eerlijk zijn als één van hen de hoed had en de ander niet. Er zit maar één ding op: ze moeten de hoed laten liggen en vergeten dat ze hem ooit gevonden hebben.
In Deel 2 kijken de schildpadden samen naar de zonsondergang. Het is al snel duidelijk dat een van de twee nog wel erg met zijn hoofd bij de hoed zit. ‘Waar denk jij aan? O, aan niks.’ Ja, ja, noem zo’n moreel dilemma maar eens niks.
Dan is daar Deel 3. De nacht valt en op de plaats van ‘niks’ had net zo goed ‘de hoed’ kunnen staan. Als de onschuldige schildpad slaapt, kan de ander de verleiding niet weerstaan. Hij sluipt richting de hoed. Hij staat op het punt hem te stelen. Maar dan hoort hij dat zijn vriendje een droom heeft. Een mooie droom. Over twee hoeden…
Jon Klassen toonde al twee keer eerder dat hij er een meester in is om tekst en illustratie naadloos op elkaar aan te laten sluiten. Het werden bestsellers tot en met. Om het geheugen even op te frissen: In Ik wil mijn hoed terug volgen we de beer die zijn hoed kwijt is en hem heel graag terug wil en in Deze hoed is niet van mij probeert een visje dat een hoed gestolen heeft zichzelf wanhopig wijs te maken dat het allemaal goed komt.
Er zijn er weinig die met zo weinig, zo’n eigen wereld kunnen neerzetten. Zijn karakters zijn eerlijk, herkenbaar en heel, heel, héél erg grappig! We hebben een hoed is door het originele plot voor mij ook echt de grand finale; waar in de eerste twee delen op het einde van het boek steeds iemand de hoed heeft, gaat in deel drie niemand er met de hoed vandoor. Of toch wel?