Annet Huizing vertelt over De zweetvoetenman

Wat een klus moet het zijn geweest om dit boek te schrijven!
Dat was het inderdaad. Ik had het gevoel dat mijn hersenen topsport bedreven. Ik moest het recht helemaal in de vingers krijgen, want ik ben zelf geen jurist. Twee jaar lang heb ik gelezen, gezocht, gewroet en gespit in regels, naslagwerken en uitspraken. En heel hard nagedacht. Ik had daarbij hulp van mijn man Mathieu. Hij is wél jurist en met hem heb ik eindeloos gesproken over de inhoud. Over vragen als: Waarom wil ik dit vertellen? Waarom is dit van belang? Waarom moet de lezer dit weten? Het klinkt nu heel zwaar, maar het was ook een waanzinnig leuke klus. Vooral als ik weer een prachtige rechtszaak vond die precies paste bij wat ik wilde vertellen. Dat was genieten.

Schermafbeelding 2017-11-30 om 19.05.57 Schermafbeelding 2017-11-30 om 19.09.55Waarom een boek over het recht?
Ja, hoe kom je op een idee? Het is een piepklein zaadje dat gaat groeien. Het begon eigenlijk met een module over het recht die ik schreef voor een educatieve uitgeverij. Ik verdiepte me erin en dacht: het recht klinkt misschien droog en saai, maar is eigenlijk heel interessant, ook voor kinderen. Die hebben vaak best duidelijke ideeën over wat ze eerlijk vinden en wat niet. Het recht sluit veel meer aan bij hun belevingswereld dan je op het eerste gezicht zou denken. Mathieu was meteen enthousiast en wilde graag meedenken en meelezen. ‘Ik behoed je wel voor juridische valkuilen,’ zei hij. Toen ook mijn uitgever Lemniscaat meteen vol vertrouwen was, kon het zaadje gaan groeien.
Ik betrok Margot Westermann erbij omdat ik vind dat haar stijl van illustreren heel goed aansluit bij de inhoud. Samen hebben we veel gepraat over het boek, over hoe zij met de vormgeving en illustraties de inhoud zou kunnen ondersteunen en verhelderen waar nodig, over de afstemming van tekst en beeld.
Langzaam ontstond bij mij het gevoel dat dit boek er echt moést komen, ontdekte ik hoe belangrijk en urgent het onderwerp voor me is. Ik heb regelmatig gedacht: waar ben ik aan begonnen en kan ik dit wel? Maar ik wist zeker dat ik ermee door wilde gaan en dat het zou lukken.

Kun je die urgentie uitleggen?
Onze rechtsstaat maakt dat we in vrede en veiligheid met elkaar kunnen leven. Dat is iets wat lang niet iedereen zich realiseert. Veel kinderen en ook volwassenen weten weinig over het recht. Tegelijkertijd is er veel kritiek op rechters en op de rechtsstaat. Als er iets misgaat in het recht, wordt al snel gesproken over een falend rechtssysteem of een falende rechtsstaat. Maar een rechtsstaat is sneller afgebroken dan opgebouwd. Moeten we niet eerst eens kijken wat die rechtsstaat überhaupt inhoudt? Je moet snappen hoe iets werkt, voordat je er een mening over kunt hebben. Ik wilde laten zien en vooral laten voelen wat het betekent om in een land te wonen waar het recht regeert. En hoe we met elkaar onze rechtsstaat kunnen verbeteren. Het motto van het boek is niet voor niets: het recht is overal en van iedereen.

research-2Je vertelde me een paar jaar geleden over het schrijfproces van Hoe ik per ongeluk een boek schreef. Hoe systematisch je te werk ging. Was dit de overtreffende trap?
Voor dit boek moest ik veel meer research doen, maar verder was het vergelijkbaar: ik neem de lezer mee in mijn eigen onderzoeksproces. In Hoe ik per ongeluk een boek schreef liet ik in een fictief verhaal zien hoe het schrijfproces werkt. In De zweetvoetenman ‘gids’ ik de lezer aan de hand van verhalen door de wereld van het recht. Ik heb stapels vonnissen en krantenberichten gelezen. En omdat het zo veel was, moest ik dat goed administreren. Ik had per hoofdstuk een map gemaakt met bronnen. Achter in het boek vind je ook een uitgebreide bronvermelding. Verder had ik een tabel gemaakt met alle hoofdstuktitels, de juridische begrippen per hoofdstuk en de casussen. Zo kreeg ik zicht op het geheel, op welke juridische vraagstukken nog ontbraken en of er geen overlap tussen de hoofdstukken was. En op mijn werkkamerraam had ik de criteria voor het boek opgeschreven.

IMG_5209Wat waren die criteria?
Het moest geen lesboek of leerboek worden, maar een leesboek met boeiende verhalen. Er moest een goed ritme in het boek zitten van bijvoorbeeld korte en lange casussen en zware en minder zware hoofdstukken. Show, don’t tell was ook een belangrijk criterium, en ‘niet te braaf’. Uitgangspunt moesten de vragen van de leek zijn, niet de systematiek van het recht. Neem het hoofdstuk ‘Mag je je gestolen fiets terugstelen?’ Aan de hand van allerlei fietscasussen komen begrippen aan bod als uitlokking, heling, stelen, eigendom, goede trouw en rechtszekerheid. Bij de selectie van de casussen was het belangrijk dat het verhalen met haken en ogen moesten zijn. Ik wilde de dilemma’s laten zien. En heel belangrijk: mijn hart moest er sneller van gaan kloppen.

Wat gaaf. Vooral dat laatste criterium…
Dat was misschien wel het belangrijkste criterium. Neem nou het Kantharos van Stevensweert-arrest. Een mevrouw verkoopt voor 125 gulden een zilveren beker die later een archeologisch pronkstuk van onschatbare waarde blijkt te zijn: de Kantharos van Stevensweert. Als die mevrouw dát had geweten, had ze hem natuurlijk nooit voor zo weinig verkocht. Wat kan ze doen? Dat werd een interessante rechtszaak. Ik vroeg me eerst af of kinderen dit soort zaken wel boeiend genoeg zouden vinden. Maar daar ben ik snel vanaf gestapt. Als ík het een mooi verhaal vind, kan ik dat ook overbrengen op de lezer. De zaken waar mijn hart sneller van ging kloppen, die bij mij verontwaardiging opriepen, waar ik om moest lachen of die me ontroerden, die zaken kon ik interessant beschrijven. En die vind je dus terug in het boek.

Kun je bij al die zaken nog terugroepen wát het was dat je raakte?
Dat denk ik wel. Ik kreeg bijvoorbeeld echt kippenvel toen ik las over Maria Lourdes Afiuni. Zij was rechter in Caracas en deed een uitspraak waar de president van Venezuela het niet mee eens was. ‘Deze rechter moet dertig jaar gevangenisstraf krijgen,’ zei hij. Meer dan een jaar zat ze vast, onder vreselijke omstandigheden en nu – meer dan zeven jaar later – heeft ze nog steeds huisarrest, afgesloten van alles en iedereen. Dit voorbeeld laat zien wat er gebeurt als de regering zich met de rechters bemoeit. Want wat denk je dat andere rechters nu doen? Die denken wel twee keer na voor ze een uitspraak doen die de regering niet bevalt. De rechters kunnen niet meer onafhankelijk oordelen.

Schermafbeelding 2017-11-30 om 18.55.14Dit verhaal staat in het spraakmakende hoofdstuk  ‘Kreeg Geert Wilders wel een eerlijk proces?’Schermafbeelding 2017-11-30 om 18.55.38
Dat hoofdstuk gaat over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtspraak. Wat betekenen die woorden? En waarom is onafhankelijkheid zo belangrijk? Dat laat ik zien met dat voorbeeld uit Venezuela, en met nog een ander mooi voorbeeld over rechters in de Tweede Wereldoorlog. In het hoofdstuk laat ik ook zien wat je kunt doen als je denkt dat een rechter partijdig is, of als je het niet eens bent met een uitspraak, en waarom het zo belangrijk is dat de rechtspraak openbaar is. Ik heb het opgehangen aan Geert Wilders omdat hij vond dat de rechters in zijn zaak ‘onbetrouwbaar, onprofessioneel en politiek gedreven’ waren. Hij vond dat de kans op een eerlijk proces verkeken was. Ik laat de lezer zien welke ‘veiligheidskleppen’ zijn ingebouwd in de rechtspraak. De lezer mag zelf antwoord geven op de vraag of Geert Wilders een eerlijk proces kreeg.

Laat het feit dat je de zaak erin hebt gezet indirect zien hoe je erover denkt?
Het laat vooral zien hoe kostbaar ik onze rechtsstaat vind. Ik laat het oordeel bij de lezer, maar ik laat natuurlijk door de keuze van de onderwerpen wel zien wat ik belangrijk vind. Neem het hoofdstuk over digitale privacy. Daarin behandel ik vier casussen, waarbij de schending van privacy voor je gevoel steeds begrijpelijker wordt. Bij het meisje van wie een seksfilmpje op internet werd gezet zonder haar toestemming en de dronken studente die gefilmd was, voel je nog verontwaardiging. Iedereen doet toch wel eens wat stoms? Dat mag je niet online zetten. Maar wat nu als het een dief is, mag het dan wel? En hoe zit het met de jongen die iemand zwaar mishandelde door tegen zijn hoofd te schoppen? Mogen de camerabeelden waarop dat is vastgelegd hem altijd blijven achtervolgen? Het hoofdstuk gaat feitelijk over eigen rechter spelen, over hoe mensen via social media veroordeeld en gestraft kunnen worden, zonder dat er een eerlijk proces is. Ik wil de lezers daarover aan het denken zetten, daarom eindig ik ook met een citaat van Lars Duursma, die stelt dat de schandpaalcultuur de vrijheden van ons allemaal ondermijnt.

Later in het boek zet je ons aan het denken over het doel van straf.
Dat hoofdstuk heet: ‘Waarom wilde Julia met haar overvallers praten.’ Julia gelooft niet dat gevangenisstraf het beste antwoord is op een misdrijf en probeert in gesprek te komen met de jongens uit de buurt die haar hebben overvallen. Hier heb ik ook een zaak opgenomen over een zedenmisdrijf dat met mediation is opgelost, tot tevredenheid van de slachtoffers. Dit hoofdstuk is hoopvol en daar houd ik van. Sommige mensen vinden het herstelrecht te idealistisch, maar toch… als vrede het streven is, dan is verzoening ontzettend belangrijk. Als je blijft hangen in wraak, kan dat je ook verteren. Herstelrecht werkt natuurlijk alleen als de verdachte het wil, als hij verantwoordelijkheid neemt en niet gewetenloos is. En als het slachtoffer het wil. In het geval van Julia wilde de verdachte eerst niet praten, maar zij bleef aandringen. Dat het haar uiteindelijk (enigszins) lukt, ontroert me. Dit hoofdstuk laat ook zien dat we niet te hoge verwachtingen moeten hebben van het strafrecht. De prijs die sommige mensen betalen voor een misdrijf dat hen is aangedaan, is zo hoog dat geen enkele straf genoegdoening zal geven.

Schermafbeelding 2017-11-30 om 19.03.16 Schermafbeelding 2017-11-30 om 19.03.34Een moeilijker geval lijkt me de vraag waarom de advocaten van Robert M. alles uit de kast haalden…
Gevoelsmatig was dat het zeker. Veel mensen vragen zich af waarom strafrechtadvocaten mensen verdedigen die zoiets vreselijks hebben gedaan als Robert M. Kijk maar eens naar de doodsbedreigingen die zijn advocaten over zich heen kregen. Ik wilde een hoofdstuk over advocaten opnemen en dat moest ik ophangen aan een verhaal waarbij iedereen het dilemma zou voelen. En dus moest het over iets heel ergs gaan. Net als bij Geert Wilders ga ik bijna niet in op de inhoud van de zaak, het ging me alleen om de rol van de advocaten. Toen iemand Tjalling van der Goot, een van de advocaten van Robert M., in een tv-programma voorhield dat vrijspraak toch helemaal niet in het belang van de samenleving is, zei hij (en dat citeer ik ook in het boek): ‘Dat snap ik, emotioneel gezien. Maar ik heb mijn rechtsstatelijke taak als advocaat. Wij doen wat we in alle zaken doen: opkomen voor de belangen van de cliënt.’ Het was best een technisch en ingewikkeld hoofdstuk – het gaat ook over spreekrecht van slachtoffers en de balans in een strafzaak – maar ik wil niet alles versimpelen. Ik geloof toch dat het me is gelukt om het helder te maken. Overigens heeft dit hoofdstuk ook een tegenhanger: het verhaal over Lucia de B.

Daarvan zal iedereen zeggen: wat goed dat haar advocaat (uiteindelijk) alles uit de kast heeft gehaald!
Precies. Lucia de B. werd een ‘engel des doods’ genoemd, nog voordat ze veroordeeld was. Uiteindelijk zat ze ruim zes jaar onschuldig vast. Ik wilde laten zien waarom het zo belangrijk is dat het er zorgvuldig aan toe gaat in het recht, dat er advocaten zijn, wat de gevolgen van vooroordelen zijn en hoe een tunnelvisie werkt. Ik ben gedetailleerd ingegaan op wat er allemaal misging in de zaak. Hoe kon dit gebeuren? Hoe werken de psychologische mechanismes? Het hoofdstuk laat ook zien hoe belangrijk het is dat we zelf kritisch blijven. In deze zaak was het een burger die vraagtekens ging zetten: Metta de Noo. Oké, zij was niet zomaar iemand – de hoofdarts in het ziekenhuis van Lucia was Metta’s schoonzus – maar toch. Metta heeft zich vastgebeten in deze zaak, hoeveel het haar ook kostte.

Aanzetten tot denken… had dat zomaar een van de criteria op je raam kunnen zijn?
Zeker. Ik wil dat de lezers gaan doordenken. Als je zegt dat iemand die iets heel ergs heeft gedaan, geen recht heeft op een advocaat, wat betekent dat dan? Waar ligt de grens? Wie beslist dat? Een rechter? Krijg je dan eerst een zitting om te bepalen of je recht hebt op een advocaat? En wie komt in díe zitting dan voor je op? Mag je op dat moment nog wel een advocaat hebben? Als je zo doorredeneert, kom je er al snel achter dat iedereen, ook Robert M., recht moet hebben op een advocaat. In het boek stel ik veel ‘wat als’-vragen waarmee ik hoop dat mensen verder denken dan hun eerste gevoel.

Schermafbeelding 2017-11-30 om 19.09.09Nog een voorbeeld van een casus waarin er voor alles wel wat te zeggen lijkt, vond ik in het hoofdstuk over Typhoon…
Typhoon werd gecontroleerd door de politie omdat ze het verdacht vonden dat hij als zwarte jongen in een dure auto reed. De vraag was of hier sprake was van discriminatie, van etnisch profileren. Sowieso al een ingewikkeld begrip om uit te leggen. Dit hoofdstuk gaat ook over de bevoegdheden van de politie. Die moet haar werk kunnen doen, maar zich ook aan de wet houden.
Ik vond dit een verschrikkelijk moeilijk en tegelijkertijd ongelooflijk actueel hoofdstuk. Het was allemaal zoveel genuanceerder dan het op het eerste gezicht leek. En juist de nuance willen mensen vaak niet horen. Het bracht me veel inzichten. Neem bijvoorbeeld controles op straat, waarbij de politie mensen controleert zonder dat er een strafbaar feit is. Soms komt er iets strafbaars aan het licht, maar vaak ook niet. Ondertussen zijn er wel veel mensen met een niet-Nederlandse achtergrond die regelmatig zomaar worden gecontroleerd. Sommigen wel een paar keer per week. Wat doet dat met hen? Is het negatieve effect daarvan niet te groot? Hebben zij nog wel vertrouwen in de politie? Het geeft stof tot nadenken.

Het hoofdstuk waarin alles samenkomt is ‘Iemand nog een vraag?’ Ik kan niet anders zeggen dan dat ik het met open mondSchermafbeelding 2017-11-30 om 19.10.41 van bewondering heb gelezen…
Leuk dat je dat ziet! Ook de recensent van NRC, Thomas de Veen, maakte er een opmerking over. Ik heb er wekenlang op zitten broeden. Het moest een soort samenvattend hoofdstuk worden waarin ook de citaten uit de inleiding zouden terugkomen. Dit hoofdstuk moest niet te uitleggerig worden, hoewel ik wel een mini-college geef over de rechtsstaat en het ontstaan ervan. Gelukkig kon ik weer teruggrijpen op de zweetvoetenman, in die zaak zitten een paar belangrijke bouwstenen van de rechtsstaat. En ik vond twee interessante zaken waarmee ik de trias politica kon uitleggen. In dit hoofdstuk wilde ik ook laten zien dat we met elkaar de rechtsstaat kunnen verbeteren. Daarvoor maak ik een uitstapje naar Amerika, naar de negen zwarte scholieren uit het plaatsje Little Rock in Arkansas. De rechter had bepaald dat zij naar de witte school mochten, maar een blanke meerderheid en de gouverneur van Arkansas hielden ze tegen. Uiteindelijk greep president Eisenhower in door 52 vliegtuigen met in totaal 1100 soldaten naar het plaatsje te sturen. Want in een rechtsstaat moet iedereen zich neerleggen bij de beslissing van de rechter. Of zoals Hirsch Ballin het zo mooi zegt: ‘ook een meerderheid kan niet een deel van de bevolking haar rechten ontnemen.’ Dat is de kern van de rechtsstaat. Het verhaal over Little Rock spreekt zo tot de verbeelding, en hoewel het zich afspeelde in 1957, is het nog steeds relevant. Dit was een van de zaken die ik er per se in wilde hebben, ook al ging het niet over Nederland.

De zweetvoetenman is je tweede boek, maar voelt als een magnus opus. Heb je dat zelf ook?
Ja, en het was ook wel een soort eindexamen. Ik ben al twintig jaar tekstschrijver. De laatste jaren heb ik me verdiept in teksten voor kinderen, en wat nou maakt of een tekst ‘goed’ is. Daarover heb ik een stuk of vijftig blogs geschreven, waarin ik ook duidelijk mijn mening geef. De grote vraag was: kan ik zelf een non-fictieboek voor kinderen schrijven dat aan mijn eigen criteria voldoet en waarin al mijn ervaring als tekstschrijver tot uiting komt?
Ben ik daarin geslaagd? Ik denk het wel. Ik realiseerde me tijdens het schrijven dat ik een soort gids ben die de lezer soepeltjes door de wereld van het recht moet loodsen. Net als een natuurgids wijs ik de lezer op bijzondere dingen, ik sla zijwegen in, maak uitstapjes, leg dingen uit, en telkens komen we weer terug op de hoofdweg. Ik weet van mezelf dat ik helder kan schrijven, dat ik de lezer mee kan nemen in een verhaal.
Waar ik wel over twijfelde was of het soms niet te gedetailleerd was, of ik niet té diep op een zaak inging. Tegelijkertijd gaat het in het recht nou juist om die details. En ik houd van boeken met flink wat diepgang. Het was de kunst om het dan toch niet al te zwaar op te dienen. Toen ik hoorde dat kinderen van 10 jaar het boek uit zichzelf oppakten en gingen lezen, was ik daar erg gelukkig mee. Ze zeggen weleens dat je niet kunt schrijven voor meerdere doelgroepen. Maar gelukkig blijken zowel kinderen als volwassenen (zelfs rechters!) enthousiast te zijn over De zweetvoetenman.


 

Bekijk hieronder een te gek filmpje over dit prachtige boek:

Een reactie op “Annet Huizing vertelt over ‘De zweetvoetenman’ (9-99) (met filmpje en winactie)

  1. Pingback: De genomineerden voor de Woutertje Pieterse Prijs 2018 – Boekwijzer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *