De tunnel.

Een nieuwe Anna Woltz, en wat voor één. In De tunnel reis je naar Londen in 1940. De Duitsers bestoken de stad elke nacht met hun verwoestende bommen en dus schuilen de Londenaren ondergronds in de metrostations en tunnels. Daar komen de verhalen van vier bijzondere jongeren samen. Ella had polio en voelt zich sindsdien onzichtbaar. Quinn liep weg van huis met een tas vol juwelen. Jay is adembenemend knap en ruig. Sebastian is Quinns grote broer, maar ze wil hem niet meer zien. Vier kinderen die ervoor passen om voor de helft te leven, want: Niemand weet wie er morgen nog leeft. Er is geen tijd om te wachten op een andere wereld.
In een waanzinnig tempo en met bloedmooie zinnen brengt Woltz dit zinderende avontuur. Het omvat de onverdraaglijke pijn van verlies, de verschrikkingen van de oorlog, catchy dialogen, liefde, woede, ontroering, spanning. De tunnel is gewoonweg een onwaarschijnlijk goed boek dat kinderen zullen verslinden en daarna nog heel heel vaak zullen herlezen.