Boekwijzer interviewt Peter van den Ende
Het is haast niet te geloven dat Zwerveling het debuut is van Peter van den Ende. Boekwijzer mocht de illustrator een aantal vragen stellen over zijn bizar knap (helemaal hand)getekende boek dat je meeneemt op de duizelingwekkende zeereis van een fragiel, maar o zo moedig papieren bootje.
Hoe het begon
Mijn studie had weinig met tekenen te maken. Ik studeerde biologie, maar lette nooit op. Of maximaal tien minuten, daarna tekende ik alles vol. Na mijn afstuderen werd ik natuurgids op de Kaaimaneilanden. Het was een prachtige job. Ik ging elke dag fluitend op pad. Dat ik dit mocht doen, te midden van al die schoonheid… Eigenlijk was die baan veel leuker dan tekenen. Maar het bleek dat ik meer behoefte had aan voldoening dan aan fun.
Een tekenaar moet tekenen
Toen ik aan dit project begon, zou ik hebben gezegd dat de uitdaging voor mij was dat ik mijn job opgaf voor zoiets heel onzekers als een boek maken. Dat ik passie boven stabiliteit durfde te stellen, dat vond ik toen moedig. Nu besef ik dat het anders ligt. Het is als met zalmen. Die vissen trekken terug naar waar ze geboren zijn. Ze zwemmen tegen de stroom in, ze trotseren obstakels. Maar dat is geen moed. Dat is drift. Zo voel ik het nu ook. Een hamer moet kloppen, een zaag moet zagen, een tekenaar moet tekenen.
Het papieren bootje
In het papieren bootje, het hoofdpersonage van mijn boek, daar zie ik mezelf en anderen in. Iedereen is weleens een papieren bootje. Fragiel, zoekend naar een plek in de wereld. Die wereld is turbulent als de oceaan waar mijn bootje op vaart. Toch brengt het de moed op om de reis aan te gaan. Dat vind ik mooi. Dat we – ondanks dat we allemaal van papier gemaakt zijn – de uitdaging aangaan.
Persoonlijk
In het portfolio dat ik meenam naar Querido zaten vooral veel kleurrijke tekeningen. Voor de vorm had ik ook het schetsboek met zwart-wittekeningen die ik op de Kaaimaneilanden maakte bij me. Ik dacht: dat is te donker, dat gaan ze nooit willen als kinderboek. Maar bij het eerste gesprek bleken ze daar juist weg van. Drie dagen later had ik een contract. Voor iets waarvan ik nooit had gedacht dat ik het zou mogen maken. Ik was zo verrast en gelukkig. De zwart-wittekeningen waren vanaf het begin persoonlijker en meer mijn eigen smaak.
De bron
Het maken van dit boek, dat was hard werken, ploeteren zelfs. Zeker in het begin. Er waren momenten dat ik bang was. Ik stak er mijn eigen centen in. Ik moest me aanpassen aan de onzekerheid waarin ik besloot te leven. Dat is niet wat de wereld je leert. Je moet juist zekerheid verlangen. En ergens begrijp en wil ik dat zelf ook. Maar deze bron was zo krachtig, die duwde me tegen de richting in. Het moest. Het was eigenlijk net als met het papieren bootje. Op de kaart aan het einde van het boek zie je dat het bootje in het begin in lussen en krullen rondvaart. Na een tijdje wordt zijn koers vaster. Zo ging het bij mij ook.
Symboliek
Die symboliek komt in het hele boek terug. De mangroven, de polen, de diepzee, het olieboorplatform… ieder domein symboliseert iets. Op de Pool is alles donker, zijn er geen sterren meer. Dat is eenzaamheid die we – denk ik – allemaal soms kunnen ervaren. De gigantische aal die later komt, is een labyrint als het leven zelf. Zo heb ik bij elke tekening mijn verhaal. Maar ik zie graag dat mensen hun eigen betekenis geven aan het boek, dat ze er hun leven herkennen, of niet. Dat er mysteries blijven.
Hoop
Op een gegeven moment teken ik grote commerciële schepen. Ik voel me vaak als het papieren bootje dat daar onmogelijk tegenop kan. Ik teken daar over mijn frustratie en fragiele machteloosheid ten opzichte van wat ik zou wensen voor de wereld. De biodiversiteit gaat eraan. Ik verlang naar een Utopia waar we nog zo ver van zijn omdat we te langzaam veranderen. Toch is er altijd hoop in het boek. Is er een robotje dat wil veranderen, een schelp die als boot gebruikt wordt door een groepje vrije geesten, zijn er lichtpunten en bakens, is er een haven.
Epische droom
Shaun Tan noemde mijn boek een epische droom. Het is het mooiste compliment dat ik kon krijgen. Maar naast grote blijdschap en trots, voelde ik ook direct iets van schaamte toen ik het hoorde. Verdien ik dit wel? Is het wel goed genoeg? Dat zeg ik niet zomaar, dat meen ik. Op de cover wordt het bootje omringt door heel veel vissen die allemaal naar hem kijken. Dat gaat over mij. Over de vraag of ik het wel kan.
Verwondering
Als ik iets hoop, dan is het dat mijn boek gevoelens van verwondering op zullen roepen bij kinderen. Dat ze erin mogen wegdromen, dat het ze voor even bevrijdt van de serieuze werkelijkheid.
BEN JIJ AL LID VAN BOEKWIJZER?
Hier ontdek je wat het Boekwijzer Lidmaatschap inhoudt en kun je je meteen inschrijven!